Bingokaart

Doorgaans heeft de bingokaart 25 vakjes verpakt in een rooster van 5 x 5 vakjes. Voor elk van de rij vakken zijn er kolommen gemaakt die aan worden geduid met de afzonderlijke letters van Bingo. Elke kolom telt een aantal willekeurige getallen tot aan een bepaalde waarde. Zo zie je in de kolom met de letter B enkel de getallen tussen 1 en 15. In de kolom van de letter I zie je enkel de getallen tussen 16 en 30. En ga zo maar door tot aan de letter O. Afhankelijk van waar je bingo speelt zullen deze getallen gedurende het spel worden gedraaid en getrokken door de leider van de bingo. Dit zal de leider van de bingo doen totdat er iemand bingo roept en ook daadwerkelijk een geldige bingo heeft.

De verschillende lijnen

De regels van bingo zijn simpel en ze zijn zeker niet moeilijk om te leren. Voorafgaand aan de ronde wordt bepaald door de leider van het spel of er gespeeld wordt voor een volle horizontale lijn, verticale lijn of diagonale lijn. Zodra je een van de lijnen vol hebt roep je bingo en zal de leider van het spel je bingo controleren. Hij of zij zal dan uitmaken of je hebt gewonnen de ja of de nee.

Dit zijn over het algemeen de regels waar iedere bingo speler zich aan dient te houden. Het kan zijn dat er zo nu en dan wat regels aangepast worden, maar die zullen voorafgaand aan het spel duidelijk worden gemaakt.